Ook zonder functie in de top kun je beweging creëren.
Een overleg waarbij we allemaal bleven staan. Dat leek mij wel wat. Onze overleggen duurde veel te lang en er werd nooit iets besloten. In mijn jeugdig enthousiasme, inmiddels vele jaren geleden regelde ik via de facilitaire dienst sta-tafels met een vrolijk kleedje en op het moment van het overleg lichtte ik toe wat de achterliggende gedachte was van het staande overleg. Korter en efficiënter vergaderen daar kon toch niemand op tegen zijn? Nou dat was dus een fiasco…
Eens maar nooit meer was de conclusie. Mijn intentie was goed, maar de oplossing werd niet gewaardeerd door mijn team. Ik heb daarna nog heel wat jaren geprobeerd om met veel enthousiasme, ideeën en suggesties positieve veranderingen voor elkaar te krijgen met gelukkig vaak ook succes. Maar wat was het hard werken en in veel gevallen was mijn blijvende enthousiasme nodig om de verandering vol te houden.
De waarheid is: verandering komt zelden op gang door gelijk te krijgen. Het begint pas te stromen als mensen zichzelf herkennen in het probleem én in de oplossing. Niet omdat jij gelijk hebt, maar omdat zij geraakt worden.
Dus toen ik besefte dat ik steeds de oplossingen bedacht en heel hard aan het duwen en trekken was besloot ik het roer om te gooien. In plaats van uitleggen wat er beter kan met bijbehorende oplossingen, ben ik open vragen gaan stellen of mensen gaan stimuleren om onderdeel te worden van de oplossing. Hierdoor ben ik niet meer zelf verantwoordelijk voor de verandering, maar zijn we dat allemaal. Mensen die zich gehoord en gezien voelen en hun eigen mogelijkheden zien om het probleem mee op te lossen hebben geen weerstand tegen verandering.
Wil jij iets veranderen, maar heb je geen formele ‘macht’? Dan is dit je kracht:
– Stel vragen in plaats van standpunten in te nemen
– Nodig collega’s uit om mee te denken
– Maak anderen mede-eigenaar van het idee
Je hoeft geen leidinggevende te zijn om leiderschap te tonen.
Verandering begint niet bij het beste plan. Het begint bij verbinding.
In mijn boek De Spreeuwenzwerm vind je heel veel praktijkvoorbeelden en oefeningen om hier mee aan de slag te gaan.